zaterdag 3 november 2018

Rode zandsteen

Pierre des Trois Bans - Sélestat.
Na een aantal dagen op de hoogste kam daal ik af naar de Rijnvallei. Graniet maakt plaats voor bordeauxrode zandsteen.
Op twee plaatsen was dit echt spectaculair. De eerste waren de zandsteentorens boven op de Taennchel. Bizarre vormen én heerlijke uitzichtspunten. En (iemand had me gewaarschuwd) een ongewoon hoge aanwezigheid van radieisten, natuurgenezers en techno-druiden.
Het tweede was een ander icoon van de Vogezen : het kasteel van Haut Konigsbourg, een laatmiddeleeuwse vesting in rode zandsteen die na enkele eeuwen leegstand volledig herbouwd is.
Ergernis van de dag: het ritueel van de veiligheidscontrole. Ik overweeg om het kasteel uitgebreid te bezoeken en wil checken wat het kost om de rugzak in de vestiaire te droppen. Twee security kerels vragen een eind voor de entree om de rugzak eerst na te kijken. Werkelijk? Dat kost rap een kwartier zoals alles nog eens extra in binnenzakjes zit. En wat zullen ze denken van mijn Opinel nr. 9, mijn bivakmuts, en ander gerief dat wandelaars en fanatici delen? En serieus, als ik in die rugzak echt 10 kg springstof én duivelse intenties meehad, dan is die file die de security deed ontstaan op dit smalle paadje vlak langs de afgrond toch de ideale plek? Komaan?
De tocht wordt dus verlengd. 12 km extra tot in Sélestat ipv. de bus. Strafkilometers voor onnodige ergernis hoor ik iemand zeggen? Niet echt, een relaxe afdaling naar de Rijnvlakte - even rondneuzen in Châtenois met al zijn honderden jaren oude statige huizen - van op de vlakte terugblikken op het profiel van de Vogezen in de ondergaande zon ...
Ruines van Chateau d'Oedenbourg
Haut Konigsbourg - wat een uitzichtspunt.
Voor een volgende wandeltocht ? Ruines van Ramstein en Ortenburg

Bos / bosses

Daarmee is het meeste gezegd. De dag wordt gedomineerd door naaldbos en heuvelop / heuvelaf. Hier hebben ze geen naam of in elk geval geen naam die naar een top verwijst. Bosses dus in het Frans. (P.S. de bosses van op het werk zijn volledig uit mijn gedachten verdwenen).
De Chalet de Lac de Devin blijkt een paradijs voor wandelaars. De eigenares combineert hotel / gite d'étape met begeleiding van wandelgroepen. Ik was er écht welkom en kreeg (ondanks de drukte) een aantal goede tips.
Eindelijk normaal herfstweer. De sneeuw is grotendeels verdwenen. Vreemd om met 1 a 2 laagjes kleding minder rond te lopen. Vanuit Lac de Devin daal ik eerst af naar Le Bonhomme. De herfstkleuren zijn schitterend in de zon. Ik geniet er zo van dat ik een extra lus langs Col de Bagnelles en de bosrand inlas. Maar dan is er geen ontkomen meer aan: die 500 hoogtemeters naar de top van de Brezouard moeten toch ooit eens gedaan worden.
Ook op deze top stoot ik op loopgraven en geïmproviseerde bunkers uit WO1.
Voordeel van het goede weer is dat je ook een praatje kan slaan met andere wandelaars. Bij twee gaat het zelfs naar een echt gesprek.
Vannacht is het opnieuw een bivakhutje. Ik had keuze uit twee. De andere was in gebruik door twee jagers dus de keuze was rap gemaakt. De schuilhut van Pierre des Trois Bans is deze zomer van ramen en een deur voorzien dus geef mij maar de rust. Dat er geen stoof binnen is en alleen een barbecue buiten maakt bij dit rustige herfstweer niks uit.
Brandhout is er genoeg. Een kleine 10 jaar geleden is hier massaal veel omgewaaid. Het lijkt hier wel een vervloekte plek voor bosbouwers. Bv. in de jaren twintig is alles hier afgebrand omdat men amper durfde blussen door de explosies van achtergelaten granaten van WO1. Gelukkig zijn er plasjes smeltwater (de dichtste betrouwbare bron is op 3 km).
De naam komt van het samenkomen van drie grenzen. Ik krijg vandaag en morgen dus ook een portie onleesbare eeuwenoude grenspalen op de tocht.
Binnenwandelen in Le Bonhomme
Vallei van Lièprevette
Faurupt
Uitzichtspunt Petit Brézouard - in de verte het Zwarte Woud

donderdag 1 november 2018

Meertjes in alle maten en van alle hoeken

Refuge trois Fours - Gîte Étang de Devin.
Het is langzaam beginnen dooien. Blijkbaar moet dat altijd met een miezerregentje samengaan...
Het eerste deel over Col de la Schlucht, Gazon de Faing en Lac Blanc was het druk. Wat wil je : vlot bereikbare en sneeuwvrij gemaakte parkings. Ik wisselde de kam af met meertjes in gletsjervalleitjes. Het bleef druk. Dan maar verstand op nul en doorstappen.
Bij Lac Blanc begon het wat op te klaren. Mijn eerste middagpicknick buiten in de zon in daaaagen. Indrukwekkend die granieten kom.
Voorbij de Lac Blanc was het ineens superrustig. Het thema veranderde: in die dennenbossen ligt het vol met resten van wereldoorlog 1. De Tête des Faux was blijkbaar ook zo'n heuveltop die heel 1915 lang een obsessie was van Duitse én Franse generaals en hun staven. Vele duizenden doden later besloten beide kanten maar om die nutteloze offensieven stop te zetten. Soldaten gingen dan alleen nog maar dood aan de kou, aan een sniperkogel of aan de rituele beschietingen van zware kanonnen.
Het Franse kerkhof is heel merkwaardig. Volledig vergroeid met de bossen.
Ik kom op dat stuk 2 mensen tegen. Interessante babbel. Ze leggen me ook geduldig uit dat het niet Étang de Vin is maar du Devin (niks alcolieker dus ; wel een ziener die visioenen had in het water van het meertje).
Ik ben alleen in de slaapzaal van de gîte d'étappe. De rest (de huisjes en de hotelkamers) zitten vol.
Het moerasje van Missheimle
Lac Vert
Wat een poëtische namen hier. De Taubenklangfelsen (rots van het duivengezang).
Lac des Truites
Lac Blanc
Cimétière du Carrefour Duchesne
Lac du Devin